Een poging tot realisme
Als we de situatie onder de loep nemen, lijken we in een globaal apartheidsregime terug te vallen, een centrum van natie-eilanden dat afgesloten is van een apocalyptisch buiten dat niet meetelt in de wereldgeschiedenis. Wat is er nodig om deze onbehaaglijke situatie onder ogen te zien? Is er een alternatief en is het mogelijk om tegen de stroom van het kapitaal in te gaan?
Het is moeilijk om verandering te denken binnen het kader van wat vandaag als mogelijk wordt gezien. Of het nu gaat om massale bevolking, groeiende ongelijkheid, ecologische rampen en de daaruit volgende migratie of het controleren van de opkomende artificiële intelligentie, er is vandaag geen enkele structuur die een verantwoordelijke autoriteit kan zijn. Wat moet er dan zijn, wat vandaag de dag afwezig is, waardoor we hier controle op kunnen krijgen? Welke organisatiestructuur kan op een effectieve manier de zaken aanpakken waar het kapitalisme geen oog voor heeft?
Als er al een uitweg is, lijkt dat enkel een krachtige internationale organisatie te zijn die op een effectieve manier kan tussenkomen waar het nodig is, daar waar het kapitalisme zelf afval creëert. Deze ‘andere entiteit’/’motor’ waaraan we dit kunnen toevertrouwen, is volledig afwezig vandaag. Dus de moeilijke vraag wordt de volgende: wat kan deze entiteit zijn en hoe kunnen we dit doen verschijnen?
Het was er altijd al…
Op het einde van Nuit Debout in Frankrijk, na weken van bezetting van de Place de la République in Parijs, had geen enkel inspirerend voorstel ons vertrouwen kunnen winnen. Op het einde was er een haast perverse fantasie aanwezig dat we stiekem konden rekenen op een reeds bestaande georganiseerde entiteit die, zonder ons medeweten, een nieuwe politieke komst zou hebben gepland met ideeën die we ons zelf niet konden inbeelden. Alsof het niet allemaal voor niets was geweest. Spijtig genoeg misten de impotente liberale, sociaaldemocratische partijen of bewegingen elke inspiratie. Het kwam dus snel tot geweld om het feit te verbergen dat revolutionair links deze aspecten zelf mist. De slogan ‘Nous ne revendiquons rien’ (‘we eisen niets’) illustreerde de tragische kloof tussen wil en afwezigheid.
Kunnen we deze fantasie ook niet terugvinden in het tweede deel van de Hunger Games? De hoofdrolspeelster, Katniss Everdeen wordt door het volk gezien als zij die de revolutie van de rebellen tegen ‘the Capitole’, de dominerende stad, kan beginnen. Zij voelt zichzelf verre van adequaat. Er is niets dat ze zich kan inbeelden om te doen, laat staan dat het haar grootste vraag is. Maar vanuit deze afwezigheid blijkt het plots voor haar dat ze altijd al een significante rol speelde in een geheime revolutionaire organisatie waar ze zelf geen weet van had. Deze organisatie had de noodzakelijke stappen richting een revolutionaire machtsgreep tegen ‘the Capitole’ al succesvol gezet. Het lijkt dat de auteur hiermee de cruciale stap zet om de onmogelijke vraag op te lossen: hoe eindelijk te beginnen? Het was er altijd al.
Kan dit niet een eerste stap zijn in de hedendaagse afwezigheid van een andere entiteit los van Kapitaal? Betekent dit dat door een of andere massale opkomst een of andere organisatie natuurlijk vorm zal krijgen? Neen, de auteur duidt op iets zeer verschillend, namelijk, op een entiteit die er altijd al was en die aanwezig is op de plaats waar je alleen staat, lokaal, ongewapend en machteloos ten aanzien van groot Kapitaal. Welke functie kan deze entiteit dan hebben?
Welk communisme?
Marx definieerde communisme op een manier die nog steeds relevant is vandaag: de beweging die openlijk reageert op aanwezige sociale antagonismen (i.e. een onmogelijk te verzoenen kloof tussen de verschillende sociale logica’s zoals we hierboven illustreerden: tussen Kapitaal enerzijds en ethische, humane of ecologische overwegingen anderzijds. Het voordeel van deze definitie is dat het evenwel kan worden toegepast op niet-kapitalistische samenlevingen, bijvoorbeeld Stalins politiek waarbinnen de sociale onmogelijkheden werden verstopt door staatsterreur). Dit zou de basislogica kunnen worden van deze entiteit, zoals Frederic Jameson in zijn boek ‘an American Utopia’ vermeldt als revolutionair doel: het garanderen van sociale noodzakelijkheden. De functie kan in de eerste plaats bestaan uit de voorbereiding om op een effectieve manier tussen te komen bij komende rampen waar Kapitaal zijn eigen overmaat niet kan aanpakken (bijvoorbeeld het uitvinden van effectieve oplossingen voor klimaatverandering buiten de op winst gerichte industrie, het creëren van digitale communicatie buiten privéhanden, het fysiek en materieel voorbereiden van gecontroleerde massamigraties door klimaatrampen, collectieve woningbouw en garanderen van basisbehoeften waar nodig, gratis medische voorzieningen, onderwijs waar het tekort komt, etc.) Zo zal een stevige administratie nodig zijn voor ingeschreven kandidaten om te bepalen wat ze reeds kunnen doen, waarvoor men kan ingezet worden en voor de voorziening van een noodzakelijke training.
Natuurlijk overstijgt deze andere ‘motor’ het geheel van de mensen en taken. De voorbereiding van deze entiteit kan door zijn activiteit zelf de noodzakelijke entiteit worden. Als een effectieve entiteit, zal het moeten beginnen met kleine allianties met specifieke functies, misschien in het geheim en misschien gescheiden van het alledaagse leven, maar met duidelijke regels die de effectiviteit moeten garanderen van de voorbereiding op noodzakelijke interventies in het sociaal-ecologische veld.
We moeten onze handen vuil maken
De focus is in de eerste plaats een materiële praktijk. Het maakt reeds de mogelijkheidsvoorwaarden van zijn eigen politiek waar. Op die manier kan deze actor worden geconstrueerd die er-altijd-al-was en waar revolutionair links steeds stiekem op kan rekenen wanneer nodig. In die zin kan de focus misschien uiteindelijk verschuiven van idealistisch moralisme naar het effectiviteitsvraagstuk. Hoe kunnen we concreet gezien een effectieve actor creëren die van het openleggen en aanpakken van aanwezige sociale antagonismen zijn eigen ethische motor maakt, een actor die niet teleurstellend is, geen enkel financieel belang heeft en altijd een stap voor is? In tegenstelling tot de idealistische weigering van elke insteek die niet ‘zuiver’ is (sociale media vermijden, bewust niet consumeren, onethische jobaanbiedingen afslagen, etc.) moeten we misschien net gebruik maken van macht die we hierdoor mogelijks kunnen verkrijgen. We zouden hier net op een Leninistische manier ‘opportunistisch’ in kunnen zijn: ‘als je de kans hebt om macht te verwerven, grijp ze.’ Dit bestaat uit het binnendringen in alle maatschappelijk relevante velden (wetenschap, kunst, politiek, kliniek,…) in plaats van enkel politiek. Anderzijds zouden we dan ook de kunst moeten verwerven van het binnendringen in verschillende relevante maatschappelijke posten die ons van pas kunnen komen (vakbonden, ondernemingen, callcenters, leger, universiteiten, raden, kunstcollectieven, massamedia, ziekenhuizen, rechtspraak, sociale media, bewegingen, partijen, parlement, ambtenarij, enzovoort.) en de kans te grijpen als er zich een opportuniteit aanbiedt om aan de funderingen te sleutelen. Dit vergt een knap staaltje aliënatie (‘sociale aanpassing’ aan establishment), toewijding aan bepaalde posten met de passende noodzakelijke formaliteiten in sollicitatiegesprekken enz., terwijl je trouw blijft aan je authentieke drijfveer. In de plaats van een vrees voor massale bijeenkomsten op straat, is de angst voor een onzichtbaar, ongedefinieerd en overal opduikend ethisch idee enorm veel bedreigender. Op die manier zag het anti-communistische McCarthyisme in zo ongeveer iedereen een potentiële communist. Als dit een dreiging is, dan is dat enkel en alleen voor de superrijken, voor de financiële wereld en het corrupte establishment. Zouden we de fantasie van het McCarthyisme niet gewoon kunnen realiseren? Geeft de politieke tegenstander ons niet zelf de ideale strategie om tegen het kapitaal in te gaan? Mits effectieve organisatie kan dit misschien de realisatie worden van een onderliggende samenzwering, als verdoken strijders in een constant spanningsveld tussen aliënatie en trouw.
